Nieuws

6 maart 2022 Rutger Reacties uitgeschakeld voor Blog – Verduurzamen is vooruit kijken!

Blog – Verduurzamen is vooruit kijken!

Op naar een duurzaam Twente
De klimaatdoelen van 2030 en 2050 verplichten ons te innoveren op het gebied van energieverbruik, CO2-uitstoot, energieopwekking en energieopslag. Voor de doelen van 2030 moet een reductie van 55% zijn gerealiseerd op de uitstoot van CO2. In 2050 is het de bedoeling dat we klimaatneutraal zijn.

Wat betekent klimaatneutraal?
Klimaatneutraal betekent dat een overheid, organisatie of proces géén broeikasgassen (zoals bijvoorbeeld CO2) uitstoot óf dat deze uitstoot wordt gecompenseerd. In de praktijk is het laatste vaak het geval en wordt uitstoot gecompenseerd, meestal via projecten van compensatieorganisaties. Er zijn verschillende vormen van CO2-compensatie en dit maakt dat de uitdrukking klimaatneutraal niet altijd hetzelfde betekent.

Wat is CO2-compensatie?
Hoe mooi zou het zijn als we allemaal onze CO2-uitstoot zouden kunnen verminderen, en onze resterende uitstoot konden compenseren? Het klinkt als toekomstmuziek, maar CO2-compensatie wordt steeds normaler. Via CO2-compensatie kunnen particulieren en bedrijven hun CO2-uitstoot “compenseren” (lees: afkopen).

Om ons heen zien we veel initiatieven voor ‘’groene’’ oplossingen. Woningen zonder gasaansluiting, restwarmte, windmolens en zonneparken. Deze oplossingen worden vaak geïnitieerd door grote vervuilers, om zo hun uitstoot te ‘’compenseren’’. De opbrengst van deze technieken is minimaal en de kosten voor de consument zijn hoog. Deze kosten wordt immers grotendeels bekostigd door subsidies. De burger krijgt de rekeningen van de woningaanpassingen en installatiewerk.

‘’Groene energie’’
Windenergie is bijna niet rendabel, zorgt voor niet-recyclebaar afval en is mogelijk gevaarlijk voor de volksgezondheid. Het onderzoek naar de veiligheid door het ministerie loopt nog en er zijn overtuigende aanwijzingen dat het laagfrequent geluid hart- en vaatziekten veroorzaakt.
‘’Zo zijn de meeste windmolenwieken gemaakt van polyester en polyurethaan, een combinatie die na gebruik slecht te recyclen is.  De levensduur van een windmolenwiek bedraagt ca. 15-20 jaar. De afvalstroom bedroeg in 2007 reeds 200 bladen per jaar, over 15 jaar zal die zijn toegenomen tot minstens 1200 wieken per jaar.’’

Zonne-energie is schoner, maar zorgt ook in de toekomst voor een mogelijk afvalprobleem. Alhoewel zonnepanelen recyclebaar zijn is dat op dit moment niet rendabel en hoogst waarschijnlijk in de toekomst ook niet. Maar het is nog steeds één van de beste opties, ook in combinatie met toekomstige technieken.

Deze twee groene oplossingen hebben ook een gemeenschappelijk probleem. De manieren van het opwekken van energie zijn niet constant. Als de zon niet schijnt of de wind niet waait is er geen stroom. Ook als er overcapaciteit is hebben wij (nog) geen goede mogelijkheid dit op te slaan, hierdoor gaat een groot gedeelte van de opbrengst verloren. De opbrengsten worden wel meegenomen in de berekeningen voor de compensatie. Dat wil zeggen dat ook al gaat de energie verloren, het toch gebruikt mag worden voor CO2-compensatie.

Wat blijft er dan nog over?
Een logisch en veel gehoorde oplossing is een (rest) warmtenet. Dit lijkt heel groen door alle regelgeving maar is in werkelijkheid de grootste CO2-compensator, met  een schimmig en visieloos beleid voor de toekomst, en tevens zwaar beïnvloed door lobbyisten.

Neem als voorbeeld de Twence in Hengelo. Zij leveren restwarmte in de omliggende gemeentes en misschien in de toekomst ook aan Oldenzaal. Maar is dit wel zo groen en schoon als ze ons doen geloven? De eerste stap is dat, als het huisafval in Twente wordt verzameld, het grootste gedeelte hiervan wordt verbrand in de ovens van de Twence. Ook koopt/krijgt de Twence afval van andere landen en gemeentes. Blijkbaar moet er meer afval verbrand worden om restwarmte te produceren.

Dit idee is op zich al absurd!  We weten allemaal hoeveel giftige en schadelijke stoffen huisvuilverbranding oplevert. Ook de ovens waarin dit wordt verbrand moeten worden verwarmd met enorme hoeveelheden gas.  De CO2-uitstoot voor het produceren van restwarmte is astronomisch hoog. Door CO2 te ‘’compenseren’’ lukt het regeltechnisch om 50% van de opgewekte warmte/energie als duurzaam te bestempelen. Niet omdat het zo is maar door te ‘’compenseren’’.

Ook het opvangen van CO2 is hier een voorbeeld van. Omdat deze wordt opgevangen word het niet in de uitstoot meegenomen. De opgevangen CO2 wordt vervolgens geleverd aan bijvoorbeeld een kassenbouwer die dit in zijn kassen brengt voor de plantgroei.  Dit klinkt heel mooi als hergebruik, maar de uitstoot wordt er niet minder van en het probleem is verplaatst.

Maar waarom dan miljoenen investeren in infrastructuur en consumenten een groot deel van de lasten laten dragen en het vervolgens duurzaam noemen? De financiële gevolgen van de nieuwe CO2- wet en de innovatieve ideeën voor de toekomst zorgen voor uitdagingen bij energiemaatschappijen en grote CO2- uitstoters. De vervuilers moeten onder de nieuwe wet CO2-certificaten kopen voor de uitstoot die zij mogen produceren. Omdat deze certificaten de komende jaren alleen maar schaarser en duurder worden moeten zij ‘’compenseren’’  door oplossingen als een warmtenet hopen zijn onder de ‘’gekochte’’ hoeveelheid CO2 certificaten te blijven.

Het belang voor energiebedrijven hierin is vergelijkbaar. Zij leveren nu alle stroom en gas naar de Nederlandse huishoudens. Als elk huishouden van het gas af gaat houdt een gasleverancier op te bestaan, zij zullen er dan ook alles aan willen doen om een product te implementeren waar zij aan kunnen verdienen. Daar komt de oplossing van een warmtenet goed uit. Netbeheerders hebben hier belang bij,  zij mogen immers de netwerken aanleggen bij de windmolens en zonneparken die door de vervuilers als ‘’compensatie’’ worden gebouwd. Zij moeten hier een versterkt netwerk verzorgen om de opgewekte stroom te verwerken.

Wie adviseert dan de gemeente? En de burger?
In Twente is er Energie van Noordoost Twente, een samenwerkingsverband tussen de Noordoost-Twentse gemeenten. Bij de visievorming van bijvoorbeeld de Warmtevisie geven adviseurs, bedrijven, duurzaamheidsstichtingen en gemeenten samen advies over de verduurzaming.
Zij pretenderen volledig onafhankelijk te zijn. De meeste van deze deelnemers hebben vermoedelijk ook andere belangen dan het welzijn van de burger en natuur. Dit kan een direct en indirect belang zijn, via nevenfuncties of arbeidsverleden.

Wat er mist is een evenwichtige balans onder de adviserende partijen. Het is een vrij specifiek werkveld waar al deze partijen ervaring mee hebben. Er zijn te weinig innovatieve opties meegenomen in het vergelijk door Energie van Noordoost Twente.  Er worden geen warmtepomp- en waterstofleveranciers betrokken bij het proces, of andere concurrerende opties voor de energiebedrijven die goed zijn vertegenwoordigd. Er ontbreekt naar mijn mening een duidelijk visie om strategisch goed vooruit te kijken.

Wat kunnen we dan beter wel doen?
Nu gas sinds dit jaar door de Europese Unie als duurzaam en ‘’groen’’ is bestempeld is Nederland plotsklaps koploper geworden in duurzame energie. Dit geeft ons ruimte om vooruit te kijken naar investeringen in nieuwe technieken die energieopslag mogelijk maken en het implementeren van energiebesparende oplossingen. Het ideale scenario zou zijn om alle huishoudens autonoom te maken voor de levering van stroom en gas. Op dit moment is er een beperkt aanbod in het opslaan van energie. Stroom kan in accu’s worden opgeslagen maar ook dit is vervuilend, de hoeveelheid accu’s die nodig zijn voor elk huishouden in de wintermaanden zou daarbij een bijna onmogelijke opgave zijn. Als iedereen elektrisch gaat rijden wordt dit probleem nog veel groter. De accu’s die straks vrijkomen uit afgeschreven elektrische auto’s wordt al een kleine milieuramp op zichzelf, laat staan als we een groot gedeelte van de huishoudens ook nog eens voorzien van accu’s.

Makkelijke, snelle en effectieve oplossingen ten gunste van de burger
We kunnen er voor kiezen om voor de plannen van 2030 te kijken naar de opties die er nu zijn, waar de inspanning en kosten laag zijn en de voorbereidingen voor de toekomst worden getroffen. Denk hierbij aan het isoleren van huizen om in de toekomst de energievraag te beperken.

Door de meeste huizen, oud of nieuw, richting A-label te isoleren treffen we voorbereidingen voor een duurzame samenleving. Dit kan door het isoleren van de vloeren, het vervangen van de daken en deze tevens geschikt te maken voor het extra gewicht van zonnepanelen. Elektrische warmtepompen zijn voor nu misschien nog (matig) vervuilend omdat de meeste van onze stroom wordt opgewekt op gas of andere fossiele brandstoffen, in combinatie met isoleren en zonnepanelen is dit een reële optie om naar te kijken en voor te bereiden. Hier is zeker op de korte termijn (voor 2030) veel winst te behalen.

Er bestaan op dit moment mogelijkheden om huizen te ‘’verpakken’’ in polystyreenblokken, hiermee bouw je als het ware een extra schil om je huis heen. Deze blokken kunnen worden gestuukt en geven de huizen aan de buitenkant een facelift.  Deze aanpassing is niet ingrijpend voor het huis en heeft als voordeel dat de bestaande gevel wordt beschermd tegen weersinvloeden. Deze techniek is uitermate geschikt voor huizen die al wat ouder zijn. Deze oplossing is zelfs effectiever dan spouwmuurisolatie.

Er zijn ook panden die we moeten behouden zoals ze zijn. Een fijne samenleving bestaat niet alleen uit verduurzamen maar zeker ook uit het behouden van onze identiteit. Deze panden zouden voor minder ingrijpende opties kunnen kiezen zoals trippelglas.
Ook het aan brengen van zonnepanelen op daken is een goede optie. Zeker zolang de optie om energie op te slaan nog beperkt is en dit heeft ook als voordeel dat de infrastructuur van het elektriciteitsnet niet hoeft te worden aangepast. Het grootste deel van de stroom wordt direct bij de opwekker verbruikt. Dus geen grote zonnevelden aanleggen waar de omgeving en natuur last van heeft en waaraan de grote energiebedrijven miljoenen verdienen om de infrastructuur te leveren en bouwen, om vervolgens de rekening bij de consument neer te leggen.

Alle subsidies die beschikbaar zijn voor verduurzamen moet terug naar de inwoners, alle huizen kosteloos of tegen minimale kosten voorzien van zonnepanelen, isolatie en/of elektrisch warmtepompen waar mogelijk.  Want je hebt toch liever de panelen op je dak, behoud van de natuur en een lage energierekening dan dat je geld aan grote energiemaatschappijen weg te geven, die het landschap vervuilen en jou de rekening presenteren?

Wat is waterstof en wat kunnen we hiermee?
Waterstof is het lichtste, kleinste en ook eenvoudigste element. Het bestaat uit één proton en één elektron. Omdat het zo licht is kan je er een ballon mee vullen die direct zal opstijgen. In 1766 slaagde wetenschapper Henry Cavendish erin waterstof te identificeren. Als gas (H2) is waterstof kleurloos, geurloos, niet corrosief, niet oxiderend, niet radioactief en niet giftig.

Waterstof komt in de natuur niet voor en moet gemaakt worden, door de waterstofatomen van andere moleculen af te splitsen; bijvoorbeeld van aardgas (CH4) of van water (H2O). Dat vergt energie. Het resultaat is het energierijke molecuul waterstof. Bij toediening van warmte – een vlam – reageert waterstof met zuurstof en vormt weer water. Daarbij komt een forse hoeveelheid energie vrij (125 MJ per kilo waterstof: 3,5 maal zoveel als een liter benzine). Door de heftige reactie bij ontbranding werd waterstof ook wel knalgas genoemd. Deze energie kan worden omgezet in zowel warmte als elektriciteit.

In het klimaatakkoord staat ook dat er in Nederland in 2030, 3 A 4 GW aan waterstofenergie moet opwekken voor gebruik. Dit geeft aan dat de techniek nu al vergenoeg ontwikkeld is om dit op grote schaal toe te passen en als rendabel wordt gezien door de Europese Unie. Veel wetenschappers zien dit als de beste en meest efficiënte manier van energieopwekking en opslag, met de laagst mogelijke CO2-uitstoot. Waterstof heeft vele voordelen. Waterstof kan centraal worden opgewekt in grote centrales die aangedreven worden door duurzaam opgewekte elektriciteit, of met een opstelling aangepast voor de woningbouw. Het huidige gasnetwerk is relatief makkelijk aan te passen voor het transport van waterstof naar woningen en bedrijven.

De opslag van overcapaciteit op de lage-(energie)-vraag-momenten is goed mogelijk en er komt geen CO2 vrij bij het produceren, verbranden of maken van waterstofenergie. Niet alleen huishoudens en bedrijven hebben baat bij waterstof. Ook auto’s, motoren, bussen, vrachtwagens en boten kunnen van een waterstofmotor worden voorzien. Waardoor de CO2-uitstotende verbrandingsmotor kan worden vervangen door een water uitstotende versie.

De ontwikkeling van waterstofsystemen voor in huis gaat snel. De eerste installaties zijn al geplaatst, en werken naar behoren. In de industrie wordt deze techniek al jaren met groot succes toegepast.
In potentie heeft binnen nu en een aantal jaren ieder huishouden de mogelijkheid om in haar eigen stroom- en warmtevraag te voorzien. Dit kan zonder tussenkomst van vervuilende energiemaatschappijen, stijgende energierekeningen door oplopende gasprijzen en zonder verdienmodel dat verduurzaming heet. Als we ECHT willen verduurzamen en onze CO2-uitstoot willen verminderen in plaats van ‘’compenseren’’  of verplaatsen, is waterstof één van de beste oplossingen voor de consument en natuur in de nabije toekomst.

 

Robbert Dijkhuis

Scroll to top